De wetenschap verandert. Ten goede, vinden Annemijn Algra, Inez Koopman en Rozemarijn Snoek van Young SiT (Science in Transition). Door Science in Transition verschoof bijvoorbeeld de beoordeling van hoogleraren van aantallen publicaties naar maatschappelijke relevantie. Behalve wetenschappelijke output moeten ze ook laten zien hoe ze presteren op het gebied van onderwijs, zorg, leiderschap, ontwikkeling en samenwerking. Maar er is nog veel meer dat anders en beter kan. 

Waarom wordt jonge onderzoekers voor hun beoordeling nog steeds gevraagd om een lijst met publicaties en prijzen, vroegen Annemijn Algra (aios en arts-onderzoeker neurologie) en Inez Koopman (arts-onderzoeker neurologie) zich af. Zouden niet juist jonge onderzoekers moeten leren dat goede wetenschap meer inhoudt dan een lijst met publicaties?

Naast deze initiatiefnemers zagen ook de mentoren en studenten van het PhD-Programma een nieuwe manier van beoordelen wel zitten. Het eindresultaat is een nieuw beoordelingsformulier. En daar blijft het niet bij. Rozemarijn Snoek (arts-onderzoeker klinische genetica) raakt betrokken en de drie Young SiT-ers stappen naar Saskia Ebeling, managing director van de promotie-opleiding van de Graduate School of Life Sciences van de Universiteit Utrecht (GSLS). Hun vraag: kan dit formulier niet voor alle 1800 promovendi van de GSLS worden ingevoerd? De UU verwelkomt het initiatief.

Het nieuwe beoordelingsformulier is overigens slechts één van de verbeterideeën van Young SiT. Andere initiatieven zijn er rond de thema’s ‘open wetenschap’ en ‘communicatie en publieke betrokkenheid’. De tijd lijkt er rijp voor, getuige de recente position paper van de Nederlandse kennisinstellingen en onderzoeksfinanciers ‘Ruimte voor ieders talent; naar een nieuwe balans in het erkennen en waarderen van wetenschappers’. Rozemarijn Snoek: “De position paper sluit mooi aan bij het gedachtegoed van Science in Transition en stelt nadrukkelijk dat wetenschappers en leidinggevenden deze modernisering zelf moeten omarmen en invullen. Met de invoering van het nieuwe PhD-beoordelingsformulier hebben we zelf gezien dat initiatieven die op de werkvloer ontstaan, daadwerkelijk tot verandering kunnen leiden.”

Foto, van links naar rechts; Inez Koopman, Annemijn Algra en Rozemarijn Snoek